Vossen leven in een hol. Het hol is zelf gegraven of van een konijn of een das. De doorsnee van de pijp (gang naar het hol) is ongeveer 20 cm. Het komt voor dat vossen zelfs hun hol delen met konijnen en dassen. Een zelf gegraven hol bevindt zich meestal in een zandbank, onder een omgevallen boom, tussen boomwortels of onder rotsen, en heeft vaak twee tot vier ingangen. Een groot hol, met meerdere ingangen, wordt een burcht genoemd. Meestal gebruiken alleen drachtige vrouwtjes het hol. Buiten het voortplantingsseizoen verblijft de vos overdag meestal op beschutte plaatsen.

via @meesterhenkvink 2016

De vos werd/wordt vaak beschreven als wreed, bedrieglijk, hebzuchtig, vals, ontuchtig en genadeloos. Hij ontziet niemand.

Net zoals de wolf heeft de vos vooral zijn negatieve "image" te danken aan de vroege boeren. De vos stal regelmatig kippen en/of at eieren uit de kippenren, hetgeen hem natuurlijk niet geliefd maakte. De tegenmaatregelen die de boeren namen werden meestal wel door de vos omzeild, hetgeen hem de naam van "slim" bezorgde.

Later werd dit beeld ook nog versterkt, doordat hij lange tijd werd beschouwd als de (enige) verspreider van hondsdolheid*. Maar ook de vos is alleen het slachtoffer.

@meesterhenkvink 2016

Hondsdolheid (rabiës) is een ernstige aandoening als gevolg van een infectie met het rabiësvirus, meestal door een beet van een besmet dier (onder andere honden, vossen, vleermuizen). Hondsdolheid is uiterst gevaarlijk voor mensen en dier en leidt onbehandeld tot de dood.

via @meesterhenkvink 2016